Open brief
Aan het management van Groep Huyzentruyt en de regulerende overheden, die mijn dochter aan het huilen maakten.
Geachte bouwfirma,
Ik brak toen ik mijn dochter zag huilen.
Onze nieuwbouwwoning die u bouwde is door de burgemeester van Braives, de brandweer en het Waals Gewest onbewoonbaar verklaard. Sinds afgelopen zomer is ons gezin van vijf dakloos. Maanden zijn we links en rechts opgevangen. Vorig week zat er niets anders op dan vijf provincies verder te trekken, waar we tijdelijk opvang kunnen krijgen. De twee jongste kinderen moesten van school veranderen.
Op het einde van de laatste dag op haar oude school huilde mijn dochter. Haar vriendinnen ook.
Mijn vrouw en ik zullen er natuurlijk alles aan doen opdat ze ook op de nieuwe opvangplek gelukkig kan zijn. Maar ook ik brak, want ik kan het haar niet uitleggen. Omdat het niet uit te leggen valt. Hoe we als gezin in deze situatie zijn beland. Hoe we slachtoffer geworden zijn van een bouwfirma, die met ons spaargeld een woning vol gebreken bouwde. En hoe we sindsdien aan ons lot overgelaten worden door jullie, maar ook door overheden, wetgeving en gerecht.
Voor het dossier met wat er allemaal is misgelopen met onze bescheiden droomwoning hebben we een kruiwagen nodig (samengevat op bouwellende.be). Samengevat: in 2013 kochten we een stuk bouwgrond in Braives, net over de taalgrens, om onze kinderen in een veilige, groene omgeving te laten opgroeien. Helaas bleken jullie meer expertise te hebben in juridische spelletjes dan in het bouwen van een bewoonbare sleutel-op-de-deurwoning, het naleven van contracten of het herstellen van fouten.
Een onwaarschijnlijke reeks blunders en mankementen resulteerde in een onbewoonbaar huis. Niet één probleem, fouten kunnen gebeuren dat weten wij ook, maar talrijke en ernstige problemen met onder meer de fundering, de verwarming en de elektriciteit. Muren barsten en water loopt langs de lichtpunten naar beneden, aan de EPB-eisen is niet voldaan.
Wij hebben natuurlijk onmiddellijk aan de alarmbel getrokken en konden logischerwijs ook niet instemmen met de voorlopige oplevering. Jullie hebben nooit naar onze kant van het verhaal willen luisteren en negeren gemakshalve de eigen werfverslagen en studies. Met officiële documenten gebeuren rare dingen.
In 2015 werden wij plots door u gedagvaard omdat we, nog steeds wachtend op de talrijke herstellingen en documenten, de laatste schijf van de betaling niet voldaan hadden. Zeven jaar later is er hierover nog steeds geen uitspraak. Ondertussen zijn wij meer dan 80 000 euro kwijt aan gerechtskosten. De spanningen, de extreme zorgen en de uitputtende onzekerheid kraken mijn vrouw en mezelf fysiek en mentaal. We hebben het gevoel niet de speelse en warme ouders te kunnen zijn die onze kinderen verdienen.
Het is niet netjes. Uw bouwfirma past weloverwogen een verrottingsstrategie toe. Door geen tegemoetkomingen of herstellingen te doen, door de feiten gewoon te ontkennen, ons te intimideren en door het eindeloos rekken van juridische procedures willen jullie dat we, moe en berooid, opgeven. Dat zal voor u vast lucratiever zijn dan uw contract na te leven en de fouten recht te zetten. Maar waar ik niet bij kan: zijn die enkele duizenden euro’s het werkelijk waard gezinnen te breken? Hebt u zelf geen kinderen die u een veilig dak boven hun hoofd wenst?
Beste managers, wat zouden wij blij zijn als u uw verantwoordelijkheid zou willen opnemen zodat wij voort kunnen met ons leven.
Geachte regulerende overheden,
De bouwfirma kan zich deze destructieve houding en onmenselijke aanpak alleen maar veroorloven omdat het kan. Omdat ze er op lange termijn niet op afgerekend wordt. Omdat het winst oplevert. Omdat de rechtsgang peperduur en log is en er geen organisme bestaat dat de werking van gerechtsdeskundigen controleert. Omdat de Wet Breyne niet nageleefd wordt en omdat een particuliere bouwheer geen slagkrachtige beschermende organen heeft.
Dat moet beter kunnen, daar hebben de mensen recht op. Wil u dat alstublieft aanpakken? Wij wensen wat wij meemaken echt niemand anders toe.
Het draait uiteraard om de feiten. Waarom begin ik dan over mijn dochter die huilde bij het afscheid van haar klasgenoten? Omdat haar geen schuld treft maar zij wel geraakt wordt door wat ons overkomt.
We hebben een advocaat die zijn best doet, een burgemeester die naar oplossingen zoekt, ingenieurs die de problemen onderzoeken en er is een gerechtelijk apparaat. De media hebben naar ons verhaal geluisterd. Vrienden, buren, kennissen en onbekenden bieden ons warmte, onderdak, een uitstapje voor de kinderen of een luisterend oor.
Maar uiteindelijk blijven wij een zaak, een dossier, een geval, een verhaal, een open brief, een te beantwoorden mail. Morgen is het iemand anders. Niet voor ons. Onze kinderen hebben geen thuis meer, moeten van school veranderen en zien hun ouders stuk gaan. Wij staan elke ochtend op met een molensteen om onze nek (in plaats van een baksteen in onze maag). Hoe betalen we de juridische rekeningen, de winkelkar of de schoolreis? Waar kunnen we met ons vijf volgende maand slapen?
Wij ondervinden het aan den lijve als de burgemeester geen noodwoning vindt, de minister geen betere consumentenbescherming kan garanderen en de rechter geen tijd heeft.
Dat maakt deze strijd ook zo oneerlijk. Als de bouwfirma toch eens tegen de lamp loopt, loopt ze hoogstens het risico te moeten opdraaien voor de gemaakte fouten en verliest ze een beetje geld. Maar wij kunnen niet winnen. Voor ons gaat het over ons leven, voor mijn kinderen over hun jeugd.
David tegen Goliath. Maar David heeft geen slinger om zich te beschermen. Deswege hebben wij een Petitie opgestart voor een betere bescherming van burgers tegen wanpraktijken bij (ver)bouw en renovatiewerken: www.petities.com/bescherming_van_burgers_bij_verbouw_en_renovatiewerken
Zelfs als de rechtbank het bouwbedrijf straks zou opleggen om voor ons een kasteel met gouden wc’s en verwarmde zwembaden te bouwen, verliezen we. De jaren van extreme zorgen en ellende krijgen we nooit meer terug.
Ja, ik heb met mijn dochter meegehuild. Nee, ik kan haar niet uitleggen waarom ze haar klasgenoten heeft moeten achterlaten.